De Eigenschappen van Allah
De Islamitische geleerden hebben vermeld dat iedere verantwoordelijke persoon verplicht is om dertien (13) Eigenschappen van Allah te kennen.
De dertien Eigenschappen van Allah zijn:
1.
Het Bestaan (Arabisch: El-Woedjoed, الوجود).
2.
De Eenheid (Arabisch: El-Wahdaniej-ja, الوحدانيَّةُ).
3.
De Eeuwigheid (Arabisch: El-Qi-dam, El-Azaliej-ja, القِدَمُ، الأزليّة).
4.
De Oneindigheid (Arabisch: El-Baqa’, البقاءُ).
5.
Het niet nodig hebben van anderen (Arabisch: El-Qi-jamoe Bin-Nafs, القيام بالنفس).
6.
De Macht (Arabisch: El-Qoedrah, القدرةُ).
7.
De Wil (Arabisch: El-Iraa-dah, الإرادةُ).
8.
De Kennis (Arabisch: El-^Ilm, العلمُ).
9.
Het Horen (Arabisch: Es-Sam^, السـمْـعُ).
10.
Het Zien (Arabisch: El-Bassar, البصرُ).
11.
Het Leven (Arabisch: El-Ha-jaat, الحياةُ).
12.
De Spraak (Arabisch: El-Ka-laam, الكلامُ).
13.
13. Het niet lijken op de schepping (Arabisch: El-Moegaa-la-fatoe lil-hawaa-dith, المخالفةُ للحوادثِ).
De uitleg van de dertien Eigenschappen van Allah is als volgt:
1.
Het Bestaan; het is verplicht om te geloven in het Bestaan van Allah. Er is geen twijfel over het Bestaan van Allah. Allah Bestaat zonder plaats, dus Allah is niet in een plaats. Allah Bestaat zonder tijd, dus het Bestaan van Allah is niet aan tijd gebonden.
2.
De Eenheid; Allah is De Enige God. Er is geen andere God dan Allah.
3.
De Eeuwigheid; Allah is Eeuwig, dus het Bestaan van Allah heeft geen begin. Allah Bestond voor de schepsels.
4.
De Oneindigheid; Allah is Oneindig. Het Bestaan van Allah heeft geen eind. Allah sterft niet en Allah zal niet ophouden met Bestaan.
5.
Het niet nodig hebben van anderen; Allah heeft niets en niemand van Zijn schepsels nodig. En alle schepsels hebben Allah nodig.
6.
De Macht; Allah heeft de Macht over alles.
7.
De Wil; alles wat in de wereld gebeurt, gebeurt met de Wil van Allah.
8.
De Kennis; Allah weet alles. Allah weet alles over de dingen die zullen gebeuren voordat die dingen plaatsvinden of gebeuren.
9.
Het Horen; Allah hoort alle geluiden zonder oor of ander hulpmiddel. Allah heeft geen oor of ander hulpmiddel nodig.
10.
Het Zien; Allah ziet alle schepsels zonder oog of ander hulpmiddel. Allah heeft geen oog of ander hulpmiddel nodig. Allah lijkt niet op de schepsels.
11.
Het Leven; Allah is de Levende, Zijn Leven heeft geen begin en geen einde. Zijn Leven is zonder ziel, zonder vlees, zonder bloed en zonder hart. Dus Zijn Leven lijkt niet op ons leven. Allah is de Levende en Hij sterft niet.
12.
De Spraak; de Spraak van Allah is zonder tong en zonder lippen. De Spraak van Allah is geen Arabische taal of anderstalige. De Spraak van Allah lijkt niet op de spraak van de mensen.
13.
Het niet lijken op de schepping; Allah lijkt niet op de schepsels. Allah lijkt nergens op, dus Allah lijkt op niets.