Het berouwverhaal van Malik bin Dienaar
Een van de berouwverhalen van degenen die voor ons leefden, is het verhaal van Malik de zoon Dienaar (Arabisch: مالك بن دينار), moge Allah hem voor de goede daden belonen.
Hij werd ooit gevraagd hoe hij eigenlijk berouw heeft gehad van zijn zonde. Hij vertelde:
“Ik kreeg een dochter van wie ik veel hield. Toen zij op de grond begon te kruipen, werd mijn liefde in mijn hart veel groter voor haar. Als ik alcohol in een glas deed, probeerde zij dat uit mijn handen te pakken. Zij deed dat totdat ze het over mijn kleren gooide. Toen ze twee jaar oud was, is zij doodgegaan. Ik was erg verdrietig. Ik had veel alcohol gedronken die nacht. Totdat ik dronken werd en in slaap viel. In mijn droom leek het alsof de doden uit hun graven kwamen. De mensen werden verzameld en ik was met hen samen bij de Verzameling. Ik hoorde geluid achter mij. Ik draaide om en ik zag opeens een draak. Het was een hele grote slang die tot een van de grootste slangen behoort. Hij had een blauwzwarte kleur, hij zag er heel eng uit. Hij had zijn bek open en kwam snel naar mij toe. Ik rende snel van hem weg en ik was erg bang en erg in paniek geraakt. Ik kwam een oude man in mooie kleren en met een lekkere geur tegen. Ik groette hem en hij begroette mij terug. Ik zei tegen hem help mij, bescherm mij. Hij zei: "Ik ben zwak en hij is sterker dan mij. Ik kan hem niet tegenhouden, maar ga snel verder. Misschien zal Allah, Degene Die op niets lijkt, iets voor jou veroorzaken wat jou kan redden”. Ik rende snel weg en ik kwam op een berg die tot de bergen van de Dag Des Oordeels behoort. Ik zag van boven af het vuur liggen. Ik keek verschrikt naar het grote vuur en ik viel er bijna in door mijn angst van de draak die steeds achter mij aan kwam. Ik hoorde iemand die mij hardop zei: "Ga terug, je bent niet een van de bewoners ervan". Ik was door zijn woorden gerustgesteld en ik ging terug. Hij ging terug en de draak ging achter hem aan. Hij zei: ik ging opnieuw naar de oude man en ik zei tegen hem: "O oude man ik vroeg je om mij te redden van deze draak en je deed dat niet". De oude man ging huilen en hij zei: "Ik ben zwak, maar ga naar die berg waar moslimkinderen zijn die op jonge leeftijd zijn gestorven. Als je er daartussen eentje hebt, dan zal die jou laten overwinnen. Ik keek naar een ronde berg en ik zag dat die ramen had met zijden gordijnen. En deuren van rood goud versierd met robijnen. Ik rende weg naar de berg en de draak kwam nog steeds achter mij aan. Toen ik dichterbij kwam, hoorde ik een van de Engelen roepen: licht de gordijnen op, doe de deuren open, kom maar op, misschien is er voor dit ellendige mens een gestorven Moslimkind die hem van zijn vijand kan redden. De gordijnen werden opgelicht en de deuren werden opengemaakt. Er kwamen veel kinderen naar mij toe met gezichten als de maan en de draak kwam dichterbij. Ik raakte daardoor in de war. Een kind gilde: Kom maar, schiet op, hij komt dichterbij hem. Alle kinderen kwamen groep na groep naar buiten. En onder hen was mijn overleden dochter die samen met hen naar mij toe kwam. Toen ze mij zag, begon zij te huilen en ze zei: "ik zweer bij God dat dit mijn vader is". Zij sprong zo snel als een pijl totdat ze tussen mijn armen kwam. Zij hield mijn rechterhand met haar linkerhand vast, ze wees met haar rechterhand naar de draak en hij ging gelijk wegrennen. Zij liet mij zitten en ze ging op mijn schoot zitten. Ze zei: O mijn vader en ze las een Ayah van de Koran.
(أَلَمْ يَأْنِ لِلَّذِينَ ءَامَنُوا أَنْ تَخْشَعَ قُلُوبُهُمْ لِذِكْرِ اللَّهِ﴾
Wat betekent: [De gelovigen zijn degenen die als de Naam van Allah genoemd wordt, hun harten beven voor het vrezen van Allah.] Ik ging huilen en ik zei o mijn dochter jullie kennen de Koran? Ze zei: O mijn vader wij kennen het beter dan jullie. Ik zei vertel mij over die draak die mij zo zwaar wilde martelen. Ze zei: "Dat zijn je slechte daden, die je sterker hebt gemaakt, die wilden je in de hel gooien". Vanwege zijn vele zonden die hij had begaan, het drinken van alcohol. Ik zei vertel mij over die oude man die ik onderweg tegen kwam. Ze zei: "O mijn vader dat zijn je goede daden, je hebt ze heel zwak gemaakt, waardoor die geen kracht meer hadden om tegen je slechte daden te vechten. Ik werd schokkend wakker. Toen ik wakker werd, was ik gestopt met wat ik deed, ik had berouw van al mijn begane zonden". Op die manier heb ik berouw gehad en dat was de reden waarom ik berouw heb getoond.