Wonderen van de Profeet Moehammed, ﷺ moge Allah zijn rang en eer verhogen
Er zijn duizenden Wonderen (Arabisch: Mo^djizaat, معجزات) bekend van de Profeet Moehammed (Arabisch: محمَّد), moge Allah zijn rang en eer verhogen ﷺ. Wonderen zijn buitengewone gebeurtenissen, die mensen in het dagelijks leven niet meemaken, maar die wel kunnen gebeuren bij zeer vrome Moslims als gunst van Allah. Eén van deze wonderen van de Profeet, ﷺ moge Allah zijn rang en eer verhogen, is overgeleverd in een Hadieth (Arabisch: حديث) door Imam Ahmad (Arabisch: امام احمد) en door El-Beijhaqiej (Arabisch: البيهقي) met een Sahieh (Arabisch: صحيح) keten van overleveraars via de route van Ya^laa ibnoe Moerrah Eth-Thaqafiej (Arabisch: يَعْلَى بن مُرّةَ الثَّقَفِيّ). Ya^laa zei hierin, wat betekent: “Eens liepen we met de Profeet, ﷺ moge Allah zijn rang en eer verhogen, toen een kameel die water droeg ons passeerde. Toen zag de kameel de Profeet, en het dier maakte een geluid vanuit zijn keel en liet zijn nek zakken. De Profeet stopte bij de kameel en vroeg: “Waar is de eigenaar van de kameel?” De eigenaar arriveerde en de Profeet zei: “Verkoop hem aan mij”. De eigenaar zei: “Wij geven het liever als een geschenk aan u, o Boodschapper van Allah, ook al is het werk met deze kameel de enige bron van inkomsten voor onze familie”. De Profeet zei: “Dan zal ik hem niet nemen. Maar de kameel klaagde tegen me dat je hem veel liet werken en weinig voedsel gaf. Dus behandel deze kameel op de juiste manier”.
Broeders en zusters in Islam, onder de wonderen van de Profeet, ﷺ moge Allah zijn rang en eer verhogen, is ook het wonder van de Heilige Koran, zijn beste wonder. Een wonder dat wij vandaag de dag ook nog kunnen waarnemen. De Koran is een wonder dat als een bewijs dient voor de waarachtigheid van de Profeet, ﷺ moge Allah zijn rang en eer verhogen. En het is een duidelijk bewijs dat de Profeet door Allah is gestuurd.
Allah, de Verhevene (in status), heeft voorkomen dat de Koran ooit veranderd zou kunnen worden, want Allah zei in de Koran Soerat El-Hi-djir (Arabisch: سورة الحِجْر) vers 9:
﴿ إِنَّا نَحْنُ نَزَّلْنَا الذِكْرَ وَإِنَّا لَهُ لَحَافِظُونَ ﴾
Dit vers betekent dat Allah de Koran openbaarde en het zal beschermen. De gehele Koran is beschermd tot aan de Dag des Oordeels. En de verzen en oordelen in de Koran spreken elkaar niet tegen, maar zij komen overeen.
Sommige van de verzen van de Koran hebben een eenduidige betekenis, waardoor het voor iedereen duidelijk is wat er mee bedoeld wordt. Andere verzen kunnen daarentegen op meerdere manieren uitgelegd kunnen worden, wat komt door de rijkheid aan betekenissen in de Arabische taal. Sommige mensen lezen de Koran en kunnen, door hun gebrek aan Islamitische kennis, deze meerduidige verzen verkeerd begrijpen. Anderen worden geleid naar de ware en juiste interpretatie van deze verzen en begrijpen hieruit de correcte betekenis. Dus houd afstand van het zelf interpreteren van de Koran, en vertrouw hiervoor alleen op de rechtgeleide en betrouwbare geleerden.
Allah ta^alaa openbaarde aan de Profeet Moehammed, ﷺ moge Allah zijn rang en eer verhogen, dat niemand iets kan schrijven dat vergelijkbaar is met de Koran. En Allah heeft de Profeet bevolen om de ongelovigen die in zijn tijd leefden uit te dagen. De Profeet daagde de ongelovigen uit om iets te schrijven wat vergelijkbaar was met de Heilige Koran, en het mocht zo kort zijn als de kortste Soera. En het werd hen toegestaan om al hun krachten te bundelen om dit te bereiken. Maar de Profeet gaf al aan dat ze dit nooit zou lukken. De mensen die hij uitdaagde waren allen zeer welbespraakt en hadden veel kennis van de Arabische taal, maar toch lukte het hen niet om iets te schrijven dat vergelijkbaar was met de Koran. En hiermee toonde de Profeet hun machteloosheid aan om dit te kunnen bereiken.
Degene die een goede kennis heeft van de Arabische taal kan makkelijk inzien hoe prachtig de Koran is. Deze persoon kan gemakkelijk herkennen dat de tekst in de Koran welsprekender is dan alles wat hij ooit heeft gehoord of zal horen. Als iemand de Arabische taal niet goed beheerst, kan hij dezelfde conclusie trekken door te kijken naar het onvermogen van de zeer welbespraakte mensen uit de tijd van de Profeet. Zij konden niet eens iets schrijven dat vergelijkbaar is met de kortste Soera.
El-Beijhaqiej (Arabisch: البيهقي) en anderen hebben overgeleverd dat Djoebeijr ibnoe Moet^im (Arabisch: جُبَيْرُ بنُ مُطْعِم) zei, wat betekent: “Toen ik nog een ongelovige was, kwam ik eens bij de Profeet voor een wereldse zaak. Toen hoorde ik hem Soerat Et-Toer reciteren, en het voelde alsof mijn hart weg zou vliegen”. Djoebayr was zo overweldigd door de recitatie, dat hij gelijk de Islam heeft omarmd. Hij wist dat dit niet door een mens geschreven kon zijn, omdat de stijl van de Koran uniek is. Het is niet vergelijkbaar met een stijl die de Arabieren gebruikten. Het is niet vergelijkbaar met hoe de dichters schreven, en het lijkt ook niet op de spraak van de predikers van die tijd. De Koran is iets dat ongeëvenaard is.
Als laatste, broeders en zusters, vragen we Allah om ons standvastig te laten zijn in de Islam en om ons als Moslims ons einde te laten bereiken. En Allah weet het het beste.