De Gouden Reis
De tijd is aangebroken. Moslims van over de hele wereld verzamelen zich op één plek. Zover als het oog reikt, zijn mensen te zien die witte kleding dragen. Meer en meer mensen arriveren. Zij hebben alles achtergelaten.
Ze lopen allemaal op hetzelfde land waar de Boodschapper van Allah liep, moge Allah zijn eer en rang verhogen. De mensen zijn de wereldse zaken vergeten. Ze zijn alles om hen heen vergeten.
Ze richten hun aandacht alleen op het voltooien van deze daad van aanbidding en gehoorzaamheid aan God. Ze hopen ook dat het door God aanvaard zal worden en dat ze ervoor beloond zullen worden door Hem.
Het is de tijd van Hadj reis, de tijd voor de Islamitische Bedevaart.
Wat is Hadj en hoe wordt het uitgevoerd?
De Hadj, de Islamitische Bedevaart, is één van de vijf zuilen van de Islam. Het is één van de belangrijkste verplichtingen in de Islam.
De Hadj is een reis naar Mekka en zijn omgeving tijdens een specifieke tijdsperiode van het jaar, om daar, met een specifieke intentie, de voorgeschreven handelingen ter wille van God uit te voeren.
De Hadj heeft een speciale gunst in zich wanneer het op een acceptabele manier wordt uitgevoerd. Wanneer het namelijk wordt gedaan volgens de voorschriften, dan worden alle zonden vergeven. Dus van degene die de Hadj volgens de Islamitische voorgeschreven regels het uitvoert, worden al zijn zonden vergeven. De situatie van zo'n persoon dan vergelijkbaar met een pasgeborene, want het is dan net alsof hij helemaal geen zonden heeft.
Het is voor elke Moslim verplicht om minstens eenmaal in het leven de Hadj uit te voeren. Het is een verplichting voor iedere Moslim die vrij en verantwoordelijk is en die daar de financiële middelen voor heeft.
Tijdens de Hadj zijn er bepaalde zaken of handelingen die de bedevaartgangers absoluut moeten vermijden. Hieronder vallen, onder andere:
- Het opdoen van parfum.
- Het hebben van geslachtsgemeenschap.
- Het afsluiten van een huwelijkscontract.
- Voor de mannen: het hoofd bedekken of het dragen van een kleding die genaaid of vervilt is.
- Voor de vrouwen: het gezicht bedekken en het dragen van handschoenen.
De handelingen van de Hadj zijn onderverdeeld in vereisten en verplichtingen. De dingen die vereist zijn voor de Hadj (Arabisch: Arkaan, أركان) zijn handelingen die volbracht moeten worden om de Hadj geldig te laten zijn. Wanneer daarentegen verplichtingen van de Hadj (Arabisch: Wadjibaat, واجبات) niet volbracht zijn, dan is de Hadj wel geldig. Maar doordat deze niet zijn uitgevoerd, moet dat gecompenseerd worden door het slachten van een dier.
De eerste vereiste voor de Hadj is het hebben van de Ihraam-intentie. Met de Ihraam-intentie neemt iemand zich in zijn hart voor dat hij de handelingen van de Hadj (Ihraam) zal gaan uitvoeren. Dit kan bijvoorbeeld door de volgende Ihraam-intentie in het hart te nemen: “Ik neem mij nu voor om de handelingen van de Hadj uit te gaan voeren.” Of: “Ik neem mij nu voor om in de staat van de Bedevaart te zijn.”
Het is verplicht om de intentie van Ihraam te hebben gedaan voordat men de Mieqaat (Arabisch: الميقات) voorbijgaat. De Mieqaat zijn de grensplaatsen die de Boodschapper van Allah heeft gespecificeerd als de startplaatsen voor de intentie van de Ihraam.
De Bedevaartgangers gaan dan de Heilige Moskee van Mekka in, waar de schoonheid, de glorie en de pracht van de Kaäba te zien is. De Geëerde Kaäba is het zwarte kubusvormige Heiligdom in de grote Moskee van Mekka.
De Kaäba werd eerst gebouwd door de Profeet Adam en later herbouwd door Profeet Ibrahiem en zijn zoon Isma^iel, vrede zij met hen.
Het is aanbevolen voor de gelovige om een Smeekbede tot Allah voor een wens te doen zodra hij de Geëerde Kaäba ziet.
Het is ook aanbevolen om Tawaaf al-Qoedoem uit te voeren en twee raka^aat bij ‘Maqām Ibrāhīm’ te bidden voor Allah. De Tawaaf al-Qoedoem (Arabisch: طواف القُدوم) houdt in dat men rond de Kaäba gaat bij aankomst, dus wanneer men arriveert bij de Geëerde Kaäba in de Grote Moskee in Mekka.
Het is een vereiste voor alle Bedevaartgangers om enige tijd op de vlakte van ^Arafah door te brengen, dus op of rond de berg van ^Arafah. Dit is één van de vereisten van de Hadj, dus als dit niet gedaan wordt, dan is de Hadj ongeldig. De berg van ^Arafah ligt ongeveer 15 kilometer ten zuidoosten van Mekka. Op de vlakte van ^Arafah heeft de Profeet zijn afscheidstoespraak uitgesproken, moge Allah zijn eer en rang verhogen.
De negende dag van de maand Dhoel-Hidj-djah is de dag van ^Arafah. Dit is de dag waarop de Bedevaartgangers op de vlakte van ^Arafah moeten zijn. Het is een verplichting voor de Bedevaartgangers om daar ergens tussen het Middaggebed van de negende dag van Dhoel-Hidj-djah en het Ochtendgebed van de tiende dag van Dhoel-Hidj-djah te zijn. De tiende dag van de maand Dhoel-Hidj-djah is de dag van ^Ied al-Ad-haa, het Ad-haa-Feest (Offerfeest).
De gelovigen brengen hun tijd op ^Arafah door met het loven van God en met het danken, door vaak en herhaaldelijk woorden te zeggen die God verheerlijken. Daarbij vragen zij God ook om vergeving, doen ze Smeekbeden en reciteren ze de Koran.
Daarna gaan de Bedevaartgangers naar het gebied van Moezdalifa. Moezdalifa ligt ongeveer 10 kilometer ten oosten van Mekka. De Bedevaartgangers blijven in Moezdalifa voor minstens een moment tussen middernacht en de morgenschemering op de dag van het Ad-haa-Feest.
De Bedevaartgangers gaan dan verder met hun reis om de rest van verplichtingen van de Hadj verder uit te voeren. De volgende verplichting vindt plaats in Mina. Mina is een dorp en ligt ongeveer op 6 kilometer ten oosten van Mekka. De Bedevaartgangers overnachten op de meeste dagen van Tashrieq in Mina. De Tashrieq dagen zijn de drie dagen die na het Ad-haa Feest, ^Ied-al-Ad-haa, komen.
Op de dag van het Ad-haa Feest gooien de Bedevaartgangers zeven kiezelstenen naar het station van Djamratoel-^Aqabah. Dit is het station dat het dichtst bij Mekka ligt.
Het hoofdhaar afknippen of afscheren is één van de vereisten van de Hadj. Het niet verrichten van deze handeling maakt de Hadj ongeldig. De tijd voor deze handeling begint na het midden van de nacht van de dag van het Ad-haa Feest. Het is aanbevolen om deze handeling te doen na de zonsopkomst en voor het verrichten van de resterende verplichtingen. Deze handeling wordt gedaan door middel van het afscheren of het afknippen van minimaal drie haren van het hoofdhaar. Het wordt aanbevolen voor mannen om het voorbeeld van de Profeet, moge Allah zijn eer en rang verhogen, te volgen door al het hoofdhaar af te scheren. De vrouwen knippen hun haar af en ze scheren het niet.
Een andere vereiste van de Hadj is de Tawaaf, de rondgang om de Kaäba. En het is alleen geldig om dit te doen na middernacht van het Ad-haa Feest, de nacht van de tiende van Dhoel-Hidj-djah. De Tawaaf moet verricht worden door rond de Kaäba te lopen tegen de richting van de wijzers van de klok in. Dus de degene die de Tawaaf verricht, richt zijn linkerschouder in de richting van de Kaäba. Men begint met de Tawaaf bij de ‘Zwarte Steen’. De wijsheid van de rondgang om de Kaäba is om de vasthoudende gehoorzaamheid aan Allah te betuigen. Het is alsof de Pelgrim zegt: “Overal waar ik ben en welke kant ik ook op ga, ik zal me altijd aan de Bevelen van God blijven houden.”
Na de Tawaaf is de Pelgrim verplicht om zevenmaal heen en weer te lopen tussen de twee heuvels Safa en Marwa. Safa en Marwa waren oorspronkelijk twee kleine bergen met een vallei ertussen. Deze wandeling is afgeleid van het verhaal van Hadjar en haar zoon Ismaël, vrede zij met hem.
Het is overgeleverd dat de Profeet Ibrahiem, vrede zij met hem, Hadjar en hun zoon Ismaël op bevel van God achterliet in een vallei in Mekka. Toen Hadjar geen water meer had, ging ze op zoek naar wat haar dorst zou stillen zodat ze haar zoon ook kon voeden, vrede zij met hen. Ze zocht ook iemand die hun hulp kon bieden, zodat zij niet zouden omkomen. Ze ging richting de twee heuvels Safa en Marwa. Ze liep zevenmaal heen en weer tussen deze twee heuvels op zoek naar iemand die hun kon helpen. Dit is waarom de Bedevaartgangers zevenmaal tussen deze twee heuvels lopen. Nadat Hadjar er niet in was geslaagd water te vinden om haar zoon Ismaël, vrede zij met hem, te voeden, kwam de Engel Djibriel. De Engel Djibriel (Gabriel), vrede zij met hem, kwam en sloeg op de grond met zijn vleugel. Het water kwam toen uit de grond. Hadjar probeerde het water tegen te houden zodat het niet verspreidde en terug de grond in ging. Dit water stroomt vandaag de dag nog steeds. Het is het gezegende Zamzamwater. Het is aanbevolen voor de Bedevaartgangers om van Zamzamwater te drinken terwijl ze zich tot de Gebedsrichting, de Kaäba, richten.
Daarna gaan de Bedevaartgangers terug naar Mina en gooien ze de kiezelstenen op de drie desbetreffende plaatsen op de dagen van Tashrieq. Het is overgeleverd dat de duivel zich daar vertoonde voor de Profeet Ibrahiem, vrede zij met hem. De duivel vertoonde zich daar om de Profeet Ibrahiem te verhinderen om God te gehoorzamen. De Profeet Ibrahiem, vrede zij met hem, reageerde op hem door kiezelstenen naar de duivel te gooien om hem te vernederen. De volgelingen van de Profeet Moehammed, vrede zij met hem, kregen de opdracht om dit ook te doen. Dus gooien zij kiezelstenen op de plaats waar de duivel zich vertoonde voor de Profeet Ibrahiem, vrede zij met hem. Dit is om te laten zien dat men de duivel niet moet volgen. Daarnaast dat men deze handelwijze van de Profeet Ibrahiem, vrede zij met hem, moet volgen in het ongehoorzamen van de duivel en hem vernederen. Alsof de Pelgrim tijdens het gooien van de kiezelstenen tegen de duivel zegt: “Als je voor mij verschijnt zoals je voor de Profeet Ibrahiem verscheen, zal ik kiezelstenen naar je gooien en je vernederen net zoals de Profeet Ibrahiem het deed.”
Voordat de Bedevaartgangers Mekka verlaten, zijn ze verplicht om de Tawaaf van het afscheid uit te voeren. De Tawaaf van het afscheid is de laatste rondgang om de Kaäba en is de laatste verplichting van de Hadj en is de voltooiing van de Hadj.
En wat een geweldige manier om deze daad van aanbidding te beëindigen door het bezoeken van de beste schepping van God. Waarbij het doel is om beloning te krijgen van Allah voor het bezoeken van het graf van de Boodschapper van God, Profeet Moehammed, moge Allah zijn eer en rang verhogen.