Wonderen tijdens de Reis naar de Hemelen
De Profeet Moehammed, moge Allah zijn eer en rang verhogen, heeft tijdens zijn Reis naar de Hemelen Wonderen gezien. Voorbeelden van deze Wonderen zijn:
De Engel Malik, die verantwoordelijk is voor de Hel:
Een van de dingen die de Profeet Moehammed in de nacht van zijn Hemelvaart zag, is de Engel Malik. De Engel Malik is degene die de leiding heeft over het Hellevuur. De Engel Malik glimlachte niet naar de Profeet toen hij hem zag. De Profeet vroeg de Engel Djibriel naar de reden dat hij niet naar hem glimlachte zoals de anderen. In antwoord op de vraag van de Profeet zei de Engel Djibriel: “Malik glimlachte niet sinds de dag dat Allah hem schiep. Als hij naar iemand had geglimlacht, zou hij naar jou hebben geglimlacht."
El-Beitoel-Ma^moer (Arabisch: البيت المعمور):
De Profeet Moehammed, moge Allah zijn eer en rang verhogen, zag in de zevende Hemel El-Beitoel-Ma^moer. El-Beitoel-Ma^moer (Arabisch: البيت المعمور) is een geëerd huis in de Hemel. El-Beitoel-Ma^moer is voor de bewoners van de Hemel net zoals de Ka^bah (Kaäba) voor ons, de bewoners van de aarde, is. Elke dag gaan er zeventigduizend (70.000) Engelen heen en dan verlaten ze het en zij keren daar nooit meer terug. De volgende dag komen er weer 70.000 andere Engelen, daarna komen ze eruit en ook zij keren daar nooit meer terug. Dit zal zo doorgaan tot de Dag des Oordeels. Dit is een indicatie van het enorme aantal Engelen dat er bestaat. Het aantal Engelen is veel meer dan het aantal mensen en de djinn samen.
De Engelen zijn schepsels die van licht zijn geschapen. Ze zijn geen mannen en geen vrouwen. Ze eten niet, ze drinken niet, ze slapen niet en ze trouwen niet. Ze volgen alle bevelen van Allah op, ze zijn gehoorzaam aan Allah.
Sidratoel-Moentaha (Arabisch: سدرةُ المنتهى):
In de zevende Hemel zag de Profeet Moehammed Sidratoel-Moentaha. Het is een zeer grote boom en de schoonheid ervan kan niemand van de schepsels van Allah omschrijven. Elk van de vruchten van deze boom is zo groot als een grote pot. De bladeren van deze boom lijken op de oren van de olifanten. Sidratoel-Moentaha is een zeer mooie boom. Hij wordt bezocht door vlinders die van goud gemaakt zijn. Wanneer deze vlinders zich rondom deze boom verzamelen, is de schoonheid ervan zeer groot. Het ondergrondse gedeelte van de Sidratoel-Moentaha boom is in de zesde Hemel en het bereikt de zevende Hemel.
Het Paradijs (Arabisch: الجنة):
Het Paradijs is boven de zevende Hemel, en deze zijn gescheiden van elkaar. De Profeet Moehammed ging het Paradijs binnen. Hij zag voorbeelden van de bewoners van het Paradijs en hoe hun situatie zou zijn. Hij zag dat de meeste bewoners van het Paradijs de mensen zijn die in het wereldse leven arm waren.
In het Paradijs zag de Profeet enkele van de beloningen die Allah voor de bewoners van het Paradijs heeft voorbereid. Hij zag de El-Hoeroel-^ien (Arabisch: الحور العين). Dat zijn vrouwen die Allah schiep die geen mensen of djinn zijn. Ze zijn in het Paradijs en ze zullen trouwen met de mannen die Allah voor hen heeft gewild.
De Profeet zag de El-Wildanoel-Moegalleddoen (Arabisch: الوِلدان المخلدون). Dat zijn schepsels van Allah die geen mens, djinn of Engelen zijn. Allah heeft ze zonder vader en moeder geschapen en het zijn zeer mooie schepsels van Allah. Ze lijken op goed bewaarde parels die niet aangeraakt zijn. Zij zijn dienaren van de bewoners van het Paradijs. De minste in status van de bewoners van het Paradijs zal tienduizenden (10.000) van de El-Wildanoel-Moegalleddoen hebben om hem te dienen. Elk van hen draagt in de ene hand een blad van goud en in de andere hand een blad van zilver.
De Troon (Arabisch: El-^Arsh, العرش):
De Profeet zag de Troon (Arabisch: El-^Arsh, العرش), het Plafond van het Paradijs. De Troon is de grootste schepping van Allah in omvang. Dat betekent dat Allah niets heeft geschapen wat groter is dan de Troon. Allah schiep de Troon als een indicatie van Zijn Macht en Hij schiep de Troon niet om erop te zitten.
Allah schiep de Troon om Zijn Macht te tonen. De Troon wordt gedragen door vier Engelen en op de Dag des Oordeels zal hij door acht Engelen worden gedragen. De Profeet zei dat hij mocht spreken over een van deze Engelen die de Troon dragen. Bij het beschrijven van deze Engel vertelde de Profeet ons dat de afstand tussen zijn oorlel en zijn schouder net zo groot is als de afstand die een snel vliegende vogel in 700 jaar zou afleggen.
Allah heeft de Macht over alle schepselen, inclusief de Troon. Allah zit niet op de troon, en is op geen enkele plaats omdat Hij de Schepper is van alle plaatsen en Hij heeft Zijn schepping niet nodig.
Allah heeft alle plaatsen geschapen en heeft de plaats niet nodig. Allah is niet in een plaats en niet in een richting. Dus het is onmogelijk voor Allah om op of boven de Troon te zijn.