^Omar ibn el-Gattaab was een goede Moslim. Hij was een vriend van de Profeet Moehammed. Hij hield van Allah en van de Profeet Moehammed. ^Omar deed alle verplichtingen in de Islam. ^Omar deed geen dingen die verboden zijn in de Islam. Hij wenste voor de mensen al het goede.
^Omar deed geen slechte dingen tegen de mensen. Hij was lief voor zijn vrienden.
^Omar hielp de arme mensen. Hij was niet arrogant tegen de mensen. Maar hij was nederig en hij begroette de mensen. Als ^Omar op bezoek bij mensen ging, vroeg hij om toestemming. ^Omar vroeg toestemming of hij naar binnen mocht komen. Want toestemming vragen is één van de goede Islamitische manieren.
De Profeet Moehammed, vrede zij met hem, was een keer in een kamer. ^Omar wilde toen bij de Profeet Moehammed binnenkomen. Maar ^Omar kwam niet binnen zonder toestemming. Hij vroeg eerst toestemming om binnen te gaan. Hij zei: "Assalamoe ^alaykoem Boodschapper van Allah, mag ik binnenkomen?"
Lieve kinderen, toestemming vragen voordat je binnenkomt, is heel netjes. Dus als je bij iemand wil binnenkomen, vraag je hem eerst om toestemming. Stel bijvoorbeeld dat je vader en moeder in hun kamer zijn. Maar de deur van hun kamer is dicht. En jij wil de kamer van je ouders binnenkomen. Dan klop je rustig op de deur en vraag je eerst hun toestemming. Dus nadat je rustig klopt, zeg je: “As-salamoe ^alaykoem, ik ben (zeg jouw naam).” Daarna vraag je hen: “Mag ik binnenkomen?” Daarna wacht je netjes en rustig op het antwoord van je vader of moeder. Als jouw vader of moeder zeggen: “Wa ^alaykoem as-salaam, kom binnen.”, dan ga je naar binnen. Als zij geen toestemming geven om binnen te komen, dan ga je niet naar binnen. Want zij hebben jou geen toestemming gegeven.
We geven jou nog een voorbeeld. Ahmad wil in ons voorbeeld de kamer van zijn vader en moeder binnenkomen. Zijn vader en moeder zijn in hun kamer, terwijl de deur dicht is. Ahmad klopt rustig op de deur en vraagt om toestemming. Ahmad zegt: “Assalamoe ^alaykoem, ik ben Ahmad. Mag ik binnenkomen?” Ahmad wacht rustig en netjes op het antwoord van zijn vader of moeder. Zijn vader zei: “Wa ^alaykoem as-salaam, kom binnen.” Dus Ahmad gaat naar binnen. Want zijn vader heeft hem toestemming gegeven om naar binnen te komen.
We geven jou nu een ander voorbeeld. Sara wil in dit voorbeeld de kamer van haar vader en moeder binnenkomen. Haar vader en moeder zijn in hun kamer, terwijl de deur dicht is. Sara klopt rustig op de deur en vraagt om toestemming. Sara zegt: “Assalamoe ^alaykoem, ik ben Sara. Mag ik binnenkomen?” Sara wacht rustig en netjes op het antwoord van haar vader of moeder. Haar vader zei: “Wa ^alaykoem as-salaam, nee je mag nu niet binnenkomen.” Dus Sara gaat niet naar binnen. Want haar vader heeft haar geen toestemming gegeven om naar binnen te komen.
Dus als je iemands kamer of huis wil binnenkomen, vraag je eerst om toestemming. Als de andere persoon toestemming geeft om binnen te komen, dan ga je naar binnen. Als hij geen toestemming geeft, dan ga je niet naar binnen.
Toestemming vragen is een van de goede manieren van omgang in de Islam.