Het Verhaal van Zamzamwater

Sarah was erg verdrietig omdat haar echtgenoot geen kinderen had. Hij had de leeftijd van zesentachtig (86) jaar bereikt en zij was zeventig (70) jaar. Dus om die reden gaf Sarah hem Hadjar, haar dienstmeid (slavin), als geschenk en hij accepteerde haar.

Door de Wil van Allah raakte Hadjar zwanger van de Profeet Ibrahiem, vrede zij met hem. Hadjar baarde een zoon en dat was Ismaël. Ismaël (Arabisch: Isma^iel, إسماعيل) werd ook een Profeet. Profeet Isma^iel had de eer om de voorvader van de Profeet Moehammed te zijn. Moge Allah hen allen zegeningen en vrede schenken.

Profeet Ibrahiem was blij om een kind te krijgen en zijn vrouw Sarah was ook blij voor hem. Na een tijdje ging Profeet Ibrahiem met zijn zoontje Isma^iel en zijn moeder Hadjar naar Mekka.

Profeet Ibrahiem, vrede zij met hem, had zijn twee dierbaren, Hadjar en Isma^iel, achtergelaten in een onvruchtbaar gebied in Mekka. Mekka was toen volledig geïsoleerd zonder gebouwen of mensen die daar woonden, omdat er geen water was om te overleven.

Daar liet de Profeet Ibrahiem hen achter met alleen een zak dadels en een leren waterzak gevuld met water.

Hadjar merkte dat Profeet Ibrahiem op het punt stond om alleen naar Palestina terug te keren. Zij volgde hem toen en zei: "O Ibrahiem, moeten we in deze vallei alleen gelaten worden zonder water, of voedsel of metgezellen?" Profeet Ibrahiem reageerde daar niet op. Dus bleef ze de vraag herhaaldelijk stellen zonder een antwoord van de Profeet Ibrahiem te krijgen. Daarop vroeg ze toen: "Heeft Allah jou bevolen om dit te doen?" Profeet Ibrahiem, vrede zij met hem, antwoordde: "Ja." Toen ze dat hoorde, zei ze vol overtuiging en met een volledig vertrouwen op Allah: "Dan zullen we niet verloren gaan."

Profeet Ibrahiem vertrouwde op Allah en was onderdanig aan Allah. In opvolging van het bevel van Allah vertrok Profeet Ibrahiem, vrede zij met hem. Toen hij op een verre afstand was van Hadjar en hun zoon, keek hij terug naar het Heilige Huis (Kaäba) en deed hij toen de volgende smeekbede tot Allah die vermeld is in Aya 37 van Soerat Ibrahiem:

“O Heer! Ik heb een aantal van mijn kinderen laten wonen in een onvruchtbaar dal bij Uw Heilige Huis (de Kaäba), zodat zij het Gebed zouden verrichten. O Heer, vul dus wat harten van de mensen met liefde voor hen en voorzie hen van vruchten. Hopelijk zullen zij dankbaar zijn.”

Hadjar, de moeder van Isma^iel bleef met haar zoon op de plek waar Ibrahiem, vrede zij met hem, hen achterliet. Ze gaf hem borstvoeding en dronk van het water dat Ibrahiem voor hen had achtergelaten. Dit water raakte uiteindelijk op en op dat moment was de waterzak helemaal leeg. Daardoor kreeg Hadjar dorst en haar zoon ook. Hij begon te huilen en werd onrustig door zijn extreme dorst. Hadjar haatte het om hem in deze situatie te zien en ze ging op zoek naar water. Doordat As-Safa de heuvel was die het dichtst bij haar stond, klom ze daar op en ze keek naar de vallei om te zien of ze iemand kon vinden die haar kon helpen. Ze vond niemand en dus daalde ze van de heuvel af tot ze de vallei bereikte. Daarna beklom ze de Marwa-Heuvel om haar zoektocht naar water voort te zetten, maar zonder resultaat. Ze ging vele malen terug naar As-Safa en daarna weer terug naar Marwa. Bij haar laatste aankomst op Marwa hoorde ze een stem die haar ertoe aanzette om te roepen: "Help ons, als je kunt." Het was de Engel Djibriel, vrede zij met hem. Hij sloeg met zijn vleugel op de grond totdat er vers en zuiver water uitkwam. Dat werd bekend als het Zamzamwater. De moeder van Isma^iel verzamelde het water met haar handen en vulde haar waterzak ermee terwijl het uit de grond stroomde. De Engel Djibriel, vrede zij met hem, zei tegen haar: "Wees niet bang om verloren te raken. Want er is hier een Heilig Huis dat door dit kind en zijn vader zal worden gebouwd." Dit verwees naar zowel Isma^iel als zijn vader Ibrahiem, vrede zij met hen.

Hadjar dronk van het Zamzamwater om haar dorst te lessen en gaf haar zoon Isma^iel borstvoeding. Ze dankte Allah, Degene die talloze gunsten aan Zijn dienaren schenkt.

O Allah, wij vragen U om ons het verrichten van de Hadj en de ^Oemrah en het bezoek van de Profeet, vrede zij met hem, te schenken, Wij vragen U, Allah, ook om ons te laten behoren tot degenen die uit zijn eerbare hand drinken bij het Bassin (Hauwd). Amien.

Deel deze pagina